donderdag 14 augustus 2008

The Luckiest Bastard in the World

Beijing, 31 juli 2008

Hoi lieve mensen,

Het regent pijpenstelen in Peking. Het is kwart voor tien 's avonds en ik heb net wat gelezen en geslapen. Me opgefrist en nu zit ik hier in Sleepy Inn achter de PC.

Pa zette me keurig op tijd af op het station in Den Bosch voor de rechtstreekse trein naar Schiphol. Alle drie de gratis kranten in mijn tas gestopt en naar de trein die, hoe het kan snap ik nog niet, via Amsterdam CS gaat. Toch een overstap dus. Het is rustig en het maakt me dan ook niet veel uit.

Op Schiphol toch maar eerst ff inchecken. Het is immens druk in de vertrekhal, maar waar ik moet zijn zitten drie baliemedewerksters zonder reizigers. Dat schiet lekker op. Ze kan me helaas niet inchecken voor de vlucht van St. Petersburg naar Peking. Toch een beetje een kater na dit korte nachtje dus snel ff ontbijten bij de Mac. Kun je tegenwoordig kiezen tussen het bekende ontbijt en een ontbijt dat bestaat uit pannenkoeken. Dat is meer iets voor Menno.

In het vliegtuig zit ik aan het raam. Er komt een zeer goed Nederlands sprekend Russische meid van een jaar of dertig met haar Nederlandse vriend naast me zitten. Leuke lui. We hebben 2,5 van de 3 uur gekletst. Hij heeft ooit nog eens in Gemert gewerkt. We hebben die arme meid wijs gemaakt dat je eigenlijk niet tevreden dood kunt gaan zonder dat je eens in je leven in Gemert bent geweest. Dat wordt hun volgende trip.

Het vliegveld van St. Petersburg is vrij oud en niet echt gezellig. De Russische efficiëntie viert hier nog hoogtij. We komen aan bij de paspoortcontrole en deze hal staat vol met een paar honderd man. Na een poosje kom ik erachter dat er twee trappen omhoog zijn en het lijkt erop dat ik daar moet zijn. Ik heb geen visum dus moet eigenlijk niet door de paspoortcontrole. Ik zoek de transferbalie en zie links van mij een tafel staan met een bordje erboven waar wel iets staat met transfer maar er zit en staat niemand daar. Dat kan het niet zijn. De luchthaven blijkt te bestaan uit een gang van een kilometer waaraan tien gates liggen en aan het eind een barretje. Dat wordt "de mijne". Geen transferbalie helaas. Weer helemaal teruggelopen en daar ligt op de balie een stencil dat je je twee uur voor je vlucht daar moet melden.

Weer die gang door en naar dat barretje. Ik barst inmiddels van de dorst omdat ze bij het standje waar ze water verkopen alleen roebels accepteren. Bij de bar bestel ik een halve liter bier (Stella) en een klein flesje water. Ik begin aan mijn boek. Van Hans en Ineke gekregen. Geen tweede kans heet het.

Net voor ik mijn tweede bier wil bestellen, protesteert een groep Spanjaarden omdat opa € 7 voor een flesje water van een halve liter heeft moeten afrekenen. Dat baart me wel wat zorgen (het moet wel leuk blijven) en ik sms Camiel voor de koers van de Roebel. Het valt volgens mij allemaal wel mee. Die 7 euro voor een flesje water moet gewoon een vergissing zijn. Ik bestel mijn tweede biertje, lees mijn boek verder en maak wat grappen met de obers en serveersters. Dat kan makkelijk want ze hebben tijd zat. Acht man voor zo'n klein barretje is misschien wat veel. Ze hebben zelfs twee meiden die alleen maar hoeven afrekenen (heb je ook een baan). Dat was in Moskou een paar jaar geleden al beter geregeld. Er zitten vier klanten. De Spanjaarden delven het onderspit. De bediening blijft bij hun mening ondanks de dreiging van een gang naar de politie. Als de Spanjaarden weg zijn, blijven ze rekenen dus zo zeker van hun zaak zijn ze ook niet. Dan maar met creditcard betalen want dat rekenen vertrouw ik niet meer. Van mijn euro's blijven ze af. Ik moet (omgerekend) ook 7 euro betalen. Er staat wel een bier te weinig op en als dat gecorrigeerd is ben ik voor 13 euro klaar. De Stella was veel duurder dan het tweede biertje dat ze hadden opgeschreven.

Bij de transferbalie staat weer niemand. Wel een Duitser die naar Kazakstan moet. Ik praat geanimeerd met hem en na een klein kwartiertje komen er drie parmantige dames aanstappen. Er staan toch ergens twee computers en ineens ook een man of tien. Ik sta achter drie Nederlanders die ook naar de Spelen gaan. Uiteraard doet één van de meiden het werk. De rest staat erbij en ... ome Fer zei het al: in Roemenie hebben ze vier man nodig om een gat te graven, één die daadwerkelijk graaft, twee die erbij staan om hem te controleren en nog één die de twee controleurs controleert.

Na weer twee biertjes in de bar moet er geboard worden. Als ik aankom (fashionably 15 minutes late) begint het feest net. Uiteraard veel Chinezen. Na een half uurtje Zenit-CSKA te hebben gekeken is het rust en is de rij bijna weg. Ik sluit achteraan en nadat ik ben gefouilleerd kom ik in een veel te klein zaaltje waarin iedereen nog zit. Er is nog één stoel vrij en na mij komen nog vijftig Chinezen. Het past allemaal net. Een half uur later kunnen we ook het vliegtuig in. Alle stoelen direct leeg en een rij tot bijna buiten het veel te krappe hok. Rare jongens die Chinezen.

Ik zit weer aan het raam, nu naast een amper Engels sprekende Chinees. Ik heb wat geprobeerd te slapen maar dat vind ik lastig met opgekrulde benen. Bovendien is mijn boek erg spannend. Ik ben bijna op drie kwart als we een uur later dan gepland in Peking aankomen. Het ontbijt in het vliegtuig heb ik overgeslagen. Wel de koffie gedronken. In dat theeland zal ik wel niet snel koffie krijgen.

Beijing Airport is een grote, moderne internationale luchthaven. Voor we bij de paspoortcontrole zijn, heb ik een simkaart voor mijn oude telefoon gekocht (de nieuwe heeft simlock) en gepind. De paspoortcontrole is een ‘formalitijd’. Binnen drie minuten ben ik erdoor. Ik druk op het knopje uitermate tevreden met de douane.

Mijn tas heb ik ook in twee minuten, de controle duurt ook nog eens een minuut of drie dus binnen 15 minuten sta ik al buiten. Moet je op Schiphol niet mee aankomen. Het eerste dat ik zie is een Starbucks (tot zover geen koffie in Peking) en een KFC. Ik laat ze links liggen en neem de bus naar het centrum. Ik controleer of de nummers op mijn oude telefoon nog up-to-date zijn leg ze na een paar minuten neer en ga snel verder in mijn boek.

Ik word verrast door de omroeper die iets roept dat op mijn station lijkt (ik ging ervan uit dat het een pendelbus was zonder tussenstations en dat ik niet hoefde op te letten, niet dus). Snel vraag ik aan een voorbij lopende chinees of ik er daadwerkelijk uit moet. Hij kijkt op mijn kaartje en knikt. Ik sta op, sla mijn rugzak over mijn schouder, pak die zware tas en spring de bus uit. Deze rijdt meteen weg. K@#$$%$#@% mijn telefoons. Die zijn onder mijn rugzak geschoven en omdat ik zo overvallen werd door het plotseling de bus moeten verlaten heb ik die tas ervan afgetrokken toen ik al bijna buiten stond. Weg bus, weg telefoons. Ik troost mijzelf met het feit dat ik mijn paspoort en portemonnee nog wel heb, maar het helpt niet echt. Uiteraard is daar niemand die mij kan helpen. Aan een kraampje, van naar ik aanneem de busmaatschappij, probeer ik iemand te spreken te krijgen. “No”, is het antwoord. En na veel aandringen: “I will not help you”. Ik kan nog maar één ding bedenken. Terug naar het vliegveld. Daar waren allemaal heel behulpzame Engels-sprekende chinezen.

Een taxichauffeur snapt me als ik met mijn handen een vliegtuig na doe. Voor € 7,00 sta ik drie kwartier later weer op de luchthaven en de busmensen lachen mij vijf man sterk uit als ik ze eindelijk duidelijk heb gemaakt wat een stomkop ik ben. Kan ik ze niet echt ongelijk in geven. Ze vragen naar mijn telefoonnummers maar mijn nieuwe staat nog op vliegtuigmodus en van de andere weet ik uiteraard nog geen nummer. Dat blijkt wel op een van de kaarten te staan en een jochie van een jaar of achttien krijgt ook echt iemand te pakken. Ik moet meelopen naar een terminal 3 kilometer verderop. Daar moet ik wachten in de kantine / lockerroom van de chauffeurs. Ik mag mijn verhaal nog vijf keer vertellen en de hele zaal lacht zeker nog vijftien keer. Ik kan het goed hebben omdat een heel aardige Chinese me heeft uitgelegd dat ik mij geen zorgen moet maken. De telefoons zijn terecht. Ik krijg een bekertje water, moet Chinees spreken (weer gelach alom) en ook word ik uitgenodigd voor de lunch. Ik weiger beleefd.

De chauffeur is er na een uurtje en inderdaad heeft hij mijn beide telefoons bij zich. Ik weet niet hoe ik hen moet bedanken maar geld geven of zoiets mag echt niet. Ik mag zelfs gratis met de bus mee naar het centrum. Yep, I am really the luckiest bastard in the world today. Ik ben wel bang dat mijn geluk nu op is en zal wat beter op mijn spullen letten.

Dan met de metro, uiteraard ff zoeken maar duidelijker dan Londen, Parijs of New York. De behulpzame vrijwilligers spreken me direct aan als ik even sta te kijken waar ik heen moet. Dat kost eigenlijk alleen maar tijd, maar mij krijg je niet meer chagrijnig vandaag. Lopend naar het hostel is nog wel een eind en ik kan het ook niet goed vinden. Volgens mij sta ik voor het juiste adres, maar niks never geen hostel te zien. Een vriendelijk stelletje belt voor mij het hostel, had ik ook al geprobeerd maar mij lukte het om een of andere reden niet contact te krijgen. Ik blijk aan de achterkant te staan en twee minuten later ben ik er. Het eerste ticket van GO-tickets.com is ook al aangekomen (dus dat werkt ook lekker) en ik ga ff pitten en wat lezen. Mijn eerste boek is uit (echt een aanrader) en nu typte ik dus dit mailtje.

Nou de rest zal niet zo uitgebreid zijn, tenzij ik weer zo'n grap uithaal. Morgen de buurt maar eens verkennen.

Groeten D'n Died

Geen opmerkingen: